Laat nooit de planten met naakte wortel liggen in de zon of wind (tegen het uitdrogen) ook niet tijdens het aanplanten (dek ze af met een zeil of doek).

Altijd eerst de planten met naakte wortel of potkluit (geen aardkluit) onderdompelen in een vat met water!

Maak een plantput die minstens 1,5 tot 2x zo groot is als het wortelgestel.

Meng voldoende bodemverbeteraar (compost, turf of andere) door de bestaande teelaarde (3 delen grond + 1deel compost) alsook organische meststoffen.

Zet uw bomen, struiken of haagplanten nooit te diep in de grond, d.w.z. dat de wortelhals zichtbaar moet zijn (zie tekening).

Plaats bij bomen altijd eerst een steunpaal.

Schud de bomen of struiken met korte bewegingen naar boven na het aanvullen van de plantput met de gemengde teelaarde tot de wortels, aardkluit of potkluit zichtbaar zijn.

Vervolgens de aarde rondom de planten voldoende aantrappen met de hiel.

Geef daarna indien nodig voldoende water.